Nicolaas Beets (1814-1903) woonde hier van 1854 tot 1903. Hij was predikant, schrijver en hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij was ook een abolitionist en lid van de Nederlandse Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij (NMBAS). De NMBAS zag slavernij als fundamenteel in strijd met het woord van God en gebruikte christelijke principes om te pleiten voor de afschaffing van slavernij. Ze publiceerden een tijdschrift genaamd Bijdragen tot de Kennis der Nederlandsche en Vreemde Koloniën, Bijzonder Betrekkelijk de Vrijlating der Slaven. In dit tijdschrift werden de wreedheden van de slavernij en de Britse emancipatie van de vroege 19e eeuw belicht. 

De waarden van de NMBAS opereerden binnen de politieke standpunten van hun tijd. Zo zamelde de maatschappij bijvoorbeeld geld in op tot slaaf gemaakte mensen vrij te kopen, maar verspreidde ze het idee dat de ‘productiviteit’ van vrijgekochte mensen niet verminderde ondanks dat ze niet langer gedwongen werden om te werken. Met dit argument ging de NMBAS tegen het idee in dat productiviteit van tot slaaf gemaakte mensen verminderde nadat ze waren bevrijd, wat een standpunt in de koloniale samenleving aanwezig was tegen het afschaffen van slavernij. Hoewel mensen zoals Beets afstand namen van het idee dat zwarte mensen van nature inferieur waren, stelden ze nog steeds dat het christendom moreel superieur was en dat mensen van kleur christelijk onderwijs nodig hadden om beschaafd te worden.